NEDERLAND - Een bestaande koopwoning was in 2023 gemiddeld 2,8 procent goedkoper dan in 2022. Voor het eerst in tien jaar waren de prijzen gemiddeld lager dan in het voorgaande jaar. In de provincie Utrecht was de prijsdaling met 4,8 procent het grootst. Verder wisselden in Nederland 5,5 procent minder woningen van eigenaar dan in 2022. Dit blijkt uit onderzoek naar de prijsontwikkeling van bestaande particuliere koopwoningen in Nederland van het CBS en het Kadaster.


De prijsindex bestaande koopwoningen bereikte in 2022 het hoogste niveau sinds de meting in 1995 begon. Vanaf augustus 2022 echter begonnen de huizenprijzen te dalen. Doordat die daling ook enige tijd in 2023 aanhield, waren bestaande koopwoningen in 2023 gemiddeld 2,8 procent goedkoper dan een jaar eerder. In juni 2023 trad er echter opnieuw een omslag op en stegen de prijzen van bestaande koopwoningen elke maand weer. De prijsdaling ten opzichte van een jaar eerder werd steeds kleiner en in december 2023 waren de prijzen weer hoger dan in dezelfde maand een jaar eerder (1,6 procent).

Het aantal transacties bedroeg in 2023 ruim 182 duizend woningen. Dat is 5,5 procent minder dan een jaar eerder. Ook in 2022 en 2021 waren er minder woningtransacties dan een jaar eerder.


Grootste prijsdaling in Utrecht, grootste daling transacties in Limburg

In alle provincies waren koopwoningen vorig jaar goedkoper dan een jaar eerder. De prijsdaling was met 4,8 procent het grootst in Utrecht. Verder varieerden de prijsdalingen van 0,8 procent in Limburg tot 4,7 procent in Noord-Holland.

Ook wisselden in alle provincies minder woningen van eigenaar dan in 2022. De daling van het aantal woningtransacties was het grootst in Limburg (-13,3 proce
nt) en het kleinst in de provincie Utrecht (-2,8 procent). Dit is het derde jaar op rij dat er in alle provincies minder transacties werden genoteerd ten opzichte van een jaar eerder.

Prijsdaling Rotterdam het kleinst

In Den Haag, Amsterdam en Utrecht was de prijsdaling groter dan gemiddeld in Nederland. De gemeente Utrecht noteerde van de vier grootste steden de grootste prijsdaling (-6,9 procent). De prijsdaling in Rotterdam was met 2,7 procent nagenoeg hetzelfde als het landelijke gemiddelde.

In Rotterdam was wel de daling van het aantal woningtransacties het grootst (-8,8 procent). Ook in Utrecht en Den Haag was het aantal transacties lager dan in 2022. Alleen in Amsterdam wisselden er meer woningen van eigenaar dan een jaar eerder (1,2 procent).

Daling prijzen en transacties voor alle woningtypes

In 2023 waren alle woningtypen goedkoper dan een jaar eerder. De prijsdaling was met 3,2 procent het grootst bij appartementen. Het kleinst was de prijsdaling voor vrijstaande woningen, met 2,5 procent. Verder waren er ook van alle woningtypen minder transacties dan een jaar eerder. Met 6,9 procent was de daling het grootst voor vrijstaande woningen. De daling van het aantal transacties was het kleinst voor appartementen (-2,4 procent).


Bron: CBS